De Moslim is oprecht en eerlijk
“Zeg dat je in Allah gelooft en wees daarna altijd oprecht en eerlijk!”1
(Gezegende Mohammed(s.a.s.))
Oprechtheid, eerlijkheid is een universeel principe van ethiek waarbij wordt aangegeven dat de intentie en het woord één zijn en dat de mens in zijn daden en intenties harmonieus dient te zijn. Natuurlijk neemt dit ook een belangrijke plek in de islamitische ethiek in om eerlijk, betrouwbaar en oprecht te zijn.
Onze profeet vestigt een stevige, nauwe band tussen Iman en oprechtheid. Met de woorden, “Degene die ons misleidt is niet één van ons!”2 geeft hij in absolute zin geen toestemming tot leugens, valsheid en hypocrisie in de persoonlijkheid van een moslim. In zijn woorden: “Degene die in Allah en het hiernamaals gelooft, dient of een goed woord te spreken of te zwijgen.”3
De moslim dient allereerst trouw te zijn aan zijn Heer. Hij dient Hem te erkennen en zich aan Hem te verbinden in getrouwheid. Daarna dient hij in zijn intentie en gedragingen een standvastige weg te volgen en met zijn eerlijkheid in zijn omgeving vertrouwen uit te stralen. Immers, in het gezin, in het zakelijke verkeer, in een werkomgeving, tijdens educatie en onderwijs, in vriendschappelijke relaties en zelfs tijdens vertier en plezier, is het nemen van afstand tot leugens en het tot principe maken van eerlijkheid, een basis voor het opbouwen van een betrouwbare gemeenschap, in de meest nabije omgeving van de persoon en zo stelstelmatig in de gehele maatschappij.
1 Muslim, İman, 62.
2 Muslim, İman, 164.
3 Bukhârî, Riqâq, 23.
34