Kalima al Shahada
“İslam is gefundeerd op vijf beginselen: getuigen dat er geen god bestaat buiten Allah en dat Mohammed Zijn Gezant is, het verrichten van het dagelijkse gebed, het geven van zakat, de hadj en het vasten tijdens de Ramadan.”
(Gezegende Mohammed(s.a.s.))
De kern van de islamitische religie bevat het principe van “tawhid” oftewel Iman in één God. De uiting van dit principe en de eerste voorwaarde om moslim te kunnen worden, is de “kalime al shahada” oftewel, “Ashadu an lâ ilâhe illâllah wa ashadu anna Mohammedan abduhu wa Rasoolooh”. Kalima al shahada betekent, “ik getuig dat er geen god is buiten Allah en dat Mohammed de dienaar en gezant van Allah is”.
Het eerste waarvan mensen met deze zin getuigen is het feit dat er “geen enkele god bestaat buiten Allah”. De persoon die de kalima al shahada uitspreekt, heeft dus met deze uiting geaccepteerd dat er niemand anders bestaat buiten Allah om aanbeden te worden, er is geen enkele mogendheid en autoriteit die om hulp gevraagd kan worden; gunsten en voeding komen alleen van Allah en kunnen Hem alleen gevraagd worden; alleen Allah is betrouwbaar en er is geen enkel ander wezen waarop men kan bouwen; alleen Allah kan worden aanbeden en alleen Hem kan om bescherming verzocht worden.
Het tweede waarover we in de kalima al shahada van getuigen is het feit dat “gezegende Mohammed de dienaar en gezant is van Allah”. Vooraleer, de laatste profeet gezegende Mohammed(s.a.s.), is de dienaar van Allah en dus mens. Er is dus absoluut geen sprake van dat de gezegende profeet, zoals gezegende Jezus verafgood werd. Tegelijkertijd is gezegende Mohammed(s.a.s.) niet zomaar een dienaar, hij is daarnaast ook de gezant van Allah, dus Zijn boodschapper. Hij krijgt openbaringen en is er verantwoordelijk voor om deze, in de vorm zoals ze komen, te verkondigen aan de mensen, toe te lichten en na te leven. Hij is constant onder controle en bescherming van Allah.
1 Bukhârî, İman, 2.
15