Zakat en Sadaqa
“Ongetwijfeld is de beloning voor hen die Iman hebben en goede daden verrichten, het dagelijkse gebed rechtens vervullen en de zakat geven, bij hun Heer. Zij kennen geen vrees. Ze zullen ook niet verdrietig zijn.”1
(Koran al Karim)
Mensen helpen, de mensen bijstaan die behoeftig zijn en het versterken van sociaal zwakkeren, dit zijn de kenmerkende eigenschappen van de moslim ethiek. De institutionalisering van deze activiteiten voor het goede, wordt in de islamitische religie gevormd door het systeem van de zakat.
Zakat is een van de vijf zuilen van de Islam. Met zakat verdeelt een moslim, die volgens de religie als rijk wordt beschouwd, een deel van zijn bezit, enkel en alleen om de tevredenheid van Allah na te streven, onder de groep mensen die volgens de Koran als behoeftig wordt aangemerkt. Er wordt zakat berekend over goud, zilver, handelswaar, oogst en dieren waaruit inkomen wordt gegenereerd, volgens bepaalde vastgestelde bedragen die door de Koran en Soenna zijn vastgesteld.
Zakat zorgt niet voor vermindering van bezit maar in tegendeel tot zuivering en tot vermeerdering ervan. Door zakat wordt bezit ook omgezet in beloning in het hiernamaals. In de Koran worden de eigenschappen van oprechte gelovigen opgesomd en opvallend is dat het verrichten van salat en het geven van zakat achtereenvolgens worden genoemd in deze opsomming. Deze verzen vertellen over de voorbeeldige mens die zowel met zijn lichaam als met zijn bezittingen, Allah aanbidt en zijn hele wezen opoffert aan Hem.
Naast de zakat die volgens de Islam een verplichting is voor de rijke personen, kan eenieder die rijk of arm is, zonder enig onderscheid, “sadaqa” geven oftewel een persoon gelukkig maken door een schenking uit vrije wil en zo voorzien in de behoefte van die persoon. Sadaqa kent geen grens, plaats of tijdstip. Alle goede verrichtingen, financieel of spiritueel, worden gezien als sadaqa.
Een persoon die honger heeft, wanneer hij wordt gevoed, zal dat een sadaqa voor hem zijn terwijl het bezoeken van een zieke, een sadaqa voor de zieke is. Het is ook sadaqa dat een vader proviand draagt voor zijn huis en de moeder hiermee eten kookt en haar gezin voedt. Een goed woord, een oprecht advies, een glimlach, oproepen tot het goede en behoeden tegen het kwaad, gastvrij zijn voor de reiziger en de gast, de ouderen ontlasten, dieren met liefde beschermen, kennis vergaren of doceren en nog vele andere goede handelingen vallen onder de sadaqa.
Almachtige Allah geeft iedereen, zonder onderscheid te maken tussen gelovige of ongelovige, bezittingen. Echter, het feit dat iemand bezittingen heeft maakt hem niet tot een waardige persoon. Hetgeen dat de bezitter ervan waardig maakt, is het bewustzijn van de gunsten die hij heeft en dat hij hiervoor zijn verplichtingen van dank nakomt. Dankbaarheid voor bezittingen komt tot uiting door de overtuiging dat de eigenlijke bezitter Allah is en dat ook de behoeftige personen een aandeel hebben in die bezittingen waardoor de rijke persoon dit deel aan hen dient te betalen.
De islam beschouwt het vergaren van bezit en rijkdom niet als slecht. Immers, wanneer de vermogende persoon zijn bezit uitgeeft aan het goede, levert hij namelijk een bijdrage aan de gemeenschap en aan zichzelf. Het kwaad in bezit, volgens de Islam, zit hem erin dat het bezit in hebzucht wordt vergaard zonder rekening te houden met het recht van de mensen die behoeftig zijn.
Een belangrijk aspect van zakat en sadaqa is dat ze worden gegeven in bescheidenheid en in privacy. Het is absoluut niet acceptabel dat de arme persoon wordt vernederd, de goede daad wordt ingewreven en dat de schenking als reclame wordt gebruikt.
De test die de mens heeft met zijn bezit kan hij alleen maar succesvol afronden als hij zijn liefde voor bezit onder controle brengt en de andere mensen ook in ogenschouw neemt. De persoon die de zakat en sadaqa geeft, kan zichzelf zo redden van gierigheid en zich ertegen behoeden dat materiele baatzucht hem gevangenneemt. Hij krijgt zo de smaak te pakken van het delen en raakt gewend aan vrijgevigheid. Hij schuift zo het ‘ik’ gevoel terzijde en wordt zich bewuster van de waarde van het ‘wij’ gevoel.
Deze wereld is met al zijn pracht en praal, zijn rijkdommen, vergankelijk en voorbijgaand. Het enige blijvende is Iman met goede daden oftewel de investering in het goede. De mens is maar een bewaarder. De ware rijke is de persoon die vanuit het hart schenkt en met zijn zakat de ander raakt in zijn leven; met sadaqa scholen, moskeeën, waterputten laat maken en mensen opvoedt en opleidt door het delen van zijn kennis.
1 Al-Baqara, 2/277.
20