Hieronder enkele fragmenten uit zijn Afscheidspreek:
“Allah lof komt Allah toe. We prijzen Hem, zoeken Zijn hulp, zoeken Zijn vergeving en wenden ons tot Hem. We zoeken toevlucht bij Allah tegen het kwaad van onszelf en tegen het kwaad van onze daden en handelingen. Ik getuig dat er geen god is dan Allah, dat Hij één is en geen gelijke heeft. En ik getuig dat Mohammed Zijn dienaar en Zijn boodschapper is.
O dienaren van Allah! Ik raad jullie aan Allah te vrezen, Hem te gehoorzamen en aan Hem te onderwerpen. Zo begin ik aan mijn woorden, met iets dat het beste en gunstigste is.
O mensen! Luister naar mijn woorden. Ik weet het niet, misschien zal ik jullie, hier, na dit jaar nooit meer kunnen ontmoeten.
O mensen! Zoals deze dagen van jullie [de Dag van ʿArafa] heilige dagen zijn, deze maand van jullie [Dhū al-Ḥijja] een heilige maand is, deze stad van jullie [Mekka] een gezegende stad is, zo zijn jullie leven, eigendom en kuisheid heilig en onschendbaar, beschermd tegen elke aanval.
Mijn metgezellen! Jullie zullen jullie Heer morgen ontmoeten en jullie zullen zeker ter verantwoording worden geroepen voor al jullie gedragingen en handelingen van vandaag!
Mijn metgezellen! Geleende voorwerpen moeten worden teruggegeven aan de eigenaar. Spullen die als bewaargeving zijn aangenomen om te gebruiken, moeten worden teruggegeven aan hun eigenaren. Schulden moeten worden afgelost. De borgsteller die de schuld van iemand op zich neemt, moet die schuld ook betalen. Wie een bewaargeving bij zicht heeft, moet deze teruggeven aan de eigenaar. Vrees Allah, jullie Heer, en dien Hem. Laat jullie de vijfmaal daagse gebeden verrichten. Vast in de maand Ramadan, voer de bedevaart uit en geef de armenbelasting (al-zakāt) van jullie bezittingen, met zuivere overtuiging. Gehoorzaam jullie heersers zolang zij Allah’s Boek volgen, opdat jullie het Paradijs van jullie Heer binnengaan.
Mijn metgezellen! Alle vormen van rente zijn opgeheven, ze bevinden zich onder mijn voeten. En jullie dienen [alleen] de oorsprong van jullie schuld terug te betalen. Jullie mogen geen onrecht aandoen en geen onrecht ondervinden. Het heffen van rente is voortaan verboden, op bevel van Allah. Alle vormen van deze lelijke gewoonte, afkomstig uit het tijdperk van onwetendheid, liggen onder mijn voeten. De eerste soort rente die ik ga opheffen, is de rente van mijn oom ʿAbbās, zoon van ʿAbdul-Muṭṭalib. De bloedwraak die tijdens het tijdperk van onwetendheid werd gevoerd, is ook volledig afgeschaft. De eerste bloedvete die ik heb afgeschaft, is de bloedvete van ʿAbdul-Muṭṭalib’s kleindochter, Rābiʿa. Overheidstaken met betrekking tot de stad Mekka, daterend uit het tijdperk van onwetendheid, zijn afgeschaft. De Kaʿba’s bewaarder (al-sidāna) en de dienst van het verdelen van water aan de pelgrims (al-siqāya) zijn hiervan vrijgesteld.
O mensen! Vandaag heeft de satan zijn macht om op jullie grond zijn invloed te vestigen en te regeren voor altijd verloren. Maar afgezien van de dingen die ik heb verboden; als jullie hem volgen in de dingen die jullie als klein beschouwen, deze zullen hem alleen maar behagen. Vermijd deze teneinde jullie religie te beschermen.
O mensen! Ik raad jullie aan om de rechten van vrouwen te respecteren en Allah in dit opzicht te vrezen. Jullie namen de vrouwen als een bewaargeving van Allah en jullie maakten hun eer toegestaan door een belofte te doen [te huwen] in de naam van Allah! Zij hebben rechten over jullie, net zoals jullie rechten over de vrouwen hebben. Jullie rechten over de vrouwen is dat ze hun kuisheid bewaren en dat ze niemand toelaten tot jullie huizen met wie jullie niet instemmen. Vrouwen hebben ook rechten over jullie. Het is aan jullie om hen binnen redelijke en bekende criteria van voedsel en kleding te voorzien. Behandel de vrouwen op de best mogelijke manier.
O gelovigen! Luister goed naar mijn woorden en onthoud die goed. De moslim is de broeder van de moslim, zo zijn alle moslims elkaars broeders. Het is niet toegestaan dat jullie een recht aantasten dat toebehoort aan jullie broeder. Tenzij dit met zijn goedvinden gebeurt.
Mijn metgezellen! Kwel jezelf niet! Jullie hebben rechten over julliezelf. Eenieder is alleen verantwoordelijk voor zijn eigen wandaden. De vader kan niet verantwoordelijk worden gehouden voor de wandaad van zijn zoon, noch kan de zoon verantwoordelijk worden gehouden voor de wandaad van zijn vader.
Laat jullie na mij niet terugkeren naar jullie oude verdorvenheden na mij en sla elkaar niet op de nek! Ik laat iets achter dat jullie niet doet dwalen als jullie het stevig omarmen. Die bewaargeving is Allah’s Boek, de Koran, en de sunna van Zijn profeet. Laat degenen die hier zijn mijn laatste wil overbrengen aan degenen die niet hier zijn! Het kan zijn dat degene die geïnformeerd wordt het beter begrijpt, onthoudt en naleeft dan degene die hier is en het hoort.
O mensen, inderdaad! Voorwaar, jullie Heer is één. En voorwaar, jullie voorvader is één. Jullie stammen af van Adam en Adam is uit aarde geschapen. De meest gerespecteerde en waardevolle van jullie bij Allah, is degene die zijn verplichtingen het beste kent en godsbesef heeft. Inderdaad, er is geen superioriteit van een Arabier boven een niet-Arabier, noch van een niet-Arabier boven een Arabier, noch van een blanke boven een donkergetinte, noch van een donkergetinte boven een blanke. Behalve op het gebied van godsbewustzijn!”
Hierna vroeg Mohammed (vzmh): “O mensen! Morgen zullen jullie worden gevraagd over mij, wat zeggen jullie dan?” De metgezellen zeiden: “Wij getuigen dat jij de boodschap van Allah hebt overgebracht, jij je missie als profeet hebt vervuld en dat je jouw wil met ons hebt gedeeld en ons hebt geadviseerd.” De Profeet Mohammed (vzmh) hief toen zijn vinger naar de hemel en zei: “Wees getuige, o Heer! Wees getuige, o Heer! Wees getuige, o Heer!”