De Koran: de laatste openbaring
De Koran is het heilige boek van de Moslims. De volledige tekst is door openbaring tot stand gekomen. Elk woord ervan werd door Allah (God) via de aartsengel Gabriël geopenbaard aan de profeet Mohammed (vrede zij met hem). Dit vond plaats in de 7e eeuw in een periode van 23 jaar. De openbaring van de Koran begon toen de profeet veertig jaar oud was en bestaat uit ongeveer 600 pagina’s, 114 hoofdstukken en 6,236 verzen. De lengte van de hoofdstukken varieert: het langste hoofdstuk kent 286 verzen, terwijl het kortste slechts drie verzen telt.
Net als de profeet Mohammed waren de meeste van zijn tijdgenoten ongeletterd. Zijn vroege volgelingen leerden daarom elke nieuwe tekst, zodra die werd geopenbaard, uit het hoofd. Moslims die wel konden schrijven legden dit schriftelijk vast. Tegen de tijd dat de profeet overleed, was de openbaring van de Koran voltooid en hadden velen de tekst in zijn geheel gememoriseerd. Binnen twee jaar na de dood van de profeet bracht de eerste kalief Abu Bakr de Koran in één enkel manuscript bijeen. Dit werd in de tijd van de derde kalief Othman met de hand gekopieerd en als de officiële standaardtekst verzonden naar de verschillende islamitische gebiedsdelen. Een paar van die vroege manuscripten zijn bewaard gebleven en zijn nog te vinden in musea. De historische authenticiteit van de Koran kan op die manier worden geverifieerd. De tekst is zó zorgvuldig bewaard gebleven dat er slechts één officiële versie (in het Arabisch) bestaat, die steeds wordt herdrukt.
Het woord ‘Koran’ betekent recitatie, het eerste vers van de Koran dat aan de Profeet Mohammed werd geopenbaard was: “Lees/reciteer in de naam van uw Heer, de Schepper...”.
Deze instructie aan een man, die net als de meeste van zijn tijdgenoten lezen noch schrijven kon, betekende het begin van een nieuw tijdperk van menselijke communicatie, leren en ontwikkeling. De vroegere heilige boeken waren opgeschreven en overgeleverd door elitekringen van priesters en schriftgeleerden – gewoonlijk lang na de dood van de betreffende Profeet. Maar het behoud van de oorspronkelijke tekst van de Koran was van het begin af aan toevertrouwd aan de hele gemeenschap en werd nog tijdens het leven van de Profeet Mohammed voltooid. Moslims geloven in de oorspronkelijke onveranderde vorm van de geopenbaarde geschriften genoemd in de Koran: de Geschriften van Abraham, de Thora van Mozes, de Psalmen van David en de Evangeliën van Jezus.
De kwaliteit van profeetschap betekende dat ieder van de profeten gedurende zijn leven het talent, dat in die tijd het meest in aanzien stond, kon overtreffen om zodoende de aandacht op de waarheid van zijn boodschap te vestigen. De tijdgenoten van Mozes waren uitstekende magiërs. Daarom was het een belangrijk wonder van Mozes om de beste tovenaars in het Egypte van zijn tijd te verslaan. Veel van Jezus’ tijdgenoten werden beschouwd als bekwame artsen. Daarom was het een van zijn wonderen om ongeneeslijke ziekten te genezen Veel van de Arabische tijdgenoten van de profeet Mohammed stonden bekend om hun welsprekendheid en prachtige poëzie. Het belangrijkste wonder van de profeet Mohammed was daarom de Koran. Daar kon geen Arabische dichter of redenaar tegenop, ook al werden ze daar wel door de Koran zelf toe uitgedaagd:
“Zeg, al zouden mens en djinn zich verenigen om iets als deze Koran te produceren, dan kunnen zij dat niet, zelfs als zij elkaar daarin ondersteunen.” (Koran 17: 88).
Moslims koesteren eerbied voor de Koran als laatste van Gods Geschriften. De goddelijke verzen werden - en worden nog steeds - liefdevol gereciteerd, onthouden, en nageleefd door Moslims van alle nationaliteiten sinds de openbaring. Het zijn de verzen van de Koran die Moslims reciteren in hun vijf dagelijkse gebeden. De gelovigen zijn geïnspireerd, getroost, en vaak tot tranen toe bewogen door de welsprekendheid en dichterlijke beeldspraak.
In de afgelopen veertien eeuwen hebben Moslims uit de hele wereld de verzen van de Koran in een verscheidenheid van schrijfstijlen gekalligrafeerd. Dit werd voornamelijk door de Osmaanse Turken gedaan en geperfectioneerd. In feite was het in Istanbul dat de mooiste kalligrafische handschriften werden geproduceerd. Een bekend gezegde luidt dan ook: “De Koran werd geopenbaard in Mekka, gereciteerd in Egypte en gekalligrafeerd in Istanbul.”
Naast literaire schoonheid bevat de Koran veel verzen die natuurlijke fenomenen op diverse gebieden, zoals astronomie, geologie, en embryologie, nauwkeurig beschrijven. Wetenschappers ontdekten dat deze beschrijvingen op een onverklaarbare wijze accuraat zijn voor een boek uit de 7e eeuw. Het is dan ook logisch dat het conflict tussen geloof en rede, religie en wetenschap, dat tijdens de Middeleeuwen in Europa ontstond, in de Islam een andere wending nam. In vele verzen moedigt de Koran mensen keer op keer aan om hun intelligentie te gebruiken en na te denken. Ook al is het geen wetenschappelijk tekstboek, de verzen van de Koran stimuleren mensen om na te denken over de glorie van God, en legt de nadruk op de wonderen van de natuur en de lessen van de geschiedenis.
Moslims geloven dat het een levende openbaring is voor de moderne tijd. Daarom is het mogelijk dat de Koran, met het verstrijken van de tijd, zichzelf als het ware ‘nogmaals openbaart’. Aangezien het een zeer speciale boodschap is van de Schepper aan de mensheid, zal iemand die zich verwondert en op zoek is naar het doel van het leven en de betekenis van het bestaan, de Koran als een inspirerende gids zien. Het openingshoofdstuk (al-Fatiha), dat wordt beschreven als de essentie van de Koran, luidt:
‘In naam van Allah, de Barmhartige, de Genadevolle,
Allah komt alle lof toe
Heer van al het bestaande
de Barmhartige, de Genadevolle
Meester van de beloofde dag
U alleen aanbidden wij;
en U alleen smeken wij om hulp.
Leid ons op de rechte weg,
De weg van hen die U zegent.
Niet van hen die U boos maken,
of van hen die dwalen.’
De belangrijkste boodschap van de Koran is de oproep tot mensen om zich te wenden naar de Bron van alle bestaan, de Schenker van het leven. Om Hem te dienen met een zuiver hart, vrij van verafgoding van mensen of bijgeloof. Het verwerpt het concept van verlossing of speciaal voorrecht gebaseerd op etniciteit, ras of kleur. Geestelijke verlossing kan enkel worden bereikt door een poging fouten goed te maken, met de oprechte intentie om die fouten in de toekomst niet te herhalen. Er is geen officieel priesterschap in de Islam, de imam is gewoon een deskundige gebedsleider. Iemands zonden kunnen alleen aan de Schepper worden opgebiecht.
De Koran stelt zich voor als goddelijke leiding voor de gehele mensheid. Het is niet beperkt tot een bepaald volk, plaats of periode. Het verbindt zijn argumenten aan primaire waarden van geloof en ethiek, terwijl het bepaalde ervaringen van volken in de geschiedenis op waarde schat. Het vraagt geen blind geloof van de mensen en het is gericht aan “degenen die zich bewust zijn van God, en degenen die hun rede gebruiken.” (Koran, 30:24). Het vraagt mensen om na te denken over zichzelf en het bestaan; de aarde en de bergen; de wolken en de lucht; de zon, maan en planeten in hun banen; en om de afwisseling van dag en nacht te aanschouwen. Het vraagt ons om na te denken over ons eigen leven. Het moedigt aan om ons te verdiepen in de zaden die we zaaien; het water dat we drinken; het voedsel dat we eten en alle andere ontelbare tekenen van de schepping. Continu beklemtoont de Koran kennis en rede als geldige basis voor geloof en Godsbewustzijn. “Alleen Zijn dienaren die kennis bezitten zijn degenen die werkelijk met ontzag voor Hem staan.” (Koran, 35:28)
Globaal gebiedt de Koran1. “Laat er een gemeenschap zijn die oproept tot goedheid, maant tot rechtvaardigheid en het kwade verbiedt ...” (Koran 3:104), waarmee het mensen uitnodigt het rechte pad te bewandelen. Ook geeft het antwoorden op fundamentele existentiële vragen over dit en het komende leven. Het biedt de mens een kader voor hun eigen bestaan, het milieu, de samenleving en de hele schepping.
1